Tussentaal in de klas: geen probleem voor leerkrachten

Leerkrachten hebben uiteenlopende redenen om in de klas (bewust) tussentaal te gebruiken. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van Steven Delarue, die 82 Vlaamse leerkrachten uit het basis- en secundair onderwijs observeerde en interviewde.

"Ebde da nie voorbereid? Dan moogt ge ‘t ook morgen indienen!" De gemiddelde Vlaamse leraar gebruikt vaak tussentaal in de klas, tegen de verwachtingen van de maatschappij en de overheid in. Leerkrachten zijn er zich wel degelijk van bewust dat er Algemeen Nederlands van hen verwacht wordt, maar halen verschillende redenen aan om in bepaalde situaties toch tussentaal of dialect te hanteren.

Toch geen standaardtaal in de klas: zeven redenen

1. De leerlingen. Leraren denken dat hun leerlingen hen zullen uitlachen als ze standaardtaal spreken, of er opmerkingen over zullen maken. Sommigen vinden ook dat er geen reden is om per se aan standaardtaal vast te houden, als de leerlingen het ook niet doen.

2. De leraar zelf. Leraren geven aan dat ze soms gewoon te moe of te gestrest zijn om echt op hun taalgebruik te letten.

3. De klascontext. Leraren passen hun taalgebruik aan om meer interactie te creëren met hun leerlingen. Standaardtaal wordt daarvoor als onvoldoende spontaan, dynamisch of onpersoonlijk beschouwd.

4. Hiërarchie in het takenpakket. De maatschappij verwacht steeds meer van leraren: ze moeten leerlingen burgerschap bijbrengen, maar ook financiële geletterdheid en verkeersopvoeding. Goed lesgeven is daarom voor leraren vaak belangrijker dan goede standaardtaal spreken. De inhoud primeert op de vorm, en als het dan toch over de vorm gaat, letten de meeste leraren meer op spelfouten in geschreven teksten, dan op taalfouten in gesproken taalgebruik.

5. Perceptie van standaardtaal. Voor veel leraren komt standaardtaal arrogant of verwaand over. Ze vrezen dat ouders en leerlingen daardoor een verkeerd beeld van hen zullen krijgen.

6. Bredere standaardtaalnorm. Sommige leraren verbreden hun definitie van Algemeen Nederlands, om er zo voor te zorgen dat hun taalgebruik in de klas eigenlijk ook als standaardtaal kan worden beschouwd. Als het geen dialect is bijvoorbeeld, of als er maar geen grammaticale fouten in zitten, dan is het standaardtaal.

7. De samenleving. Ook buiten de school wordt amper standaardtaal gesproken, behalve in de nieuwsstudio’s. Als er in de media steeds meer tussentaal wordt gesproken, waarom dan niet in het onderwijs?

Taalgebruik in de klas varieert

Volgens taalwetenschapper Steven Delarue is het normaal dat het taalgebruik van een leerkracht varieert:"Leerkrachten komen tijdens het lesgeven in tal van verschillende situaties terecht. Elk van die situaties brengt voor veel leraren een ander taalgebruik met zich mee. Zo kan een leraar eerst een stuk theorie uit het handboek uitleggen in iets wat dicht bij standaardtaal aanleunt, daarna die theorie illustreren met een zelfgekozen voorbeeld in een wat tussentaliger taalgebruik, en tussendoor de klas even tot de orde roepen met een welgemikte zin in het dialect."

Focus op standaardtaal in taalbeleid

In het taalbeleid van de overheid is er echter weinig tot geen ruimte voor nuance als het over het taalgebruik in onderwijscontexten gaat. Zo schreef voormalig minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke in zijn talenbeleidsnota dat er in de klas enkel plaats is voor het Standaardnederlands. Uit het UGent-onderzoek bij leerkrachten uit het basis- en secundair onderwijs blijkt dat leraren dat beleid tot op zekere hoogte onderschrijven: bijna allemaal benadrukken ze het belang van standaardtaal, en geven ze aan dat leraren Algemeen Nederlands zouden moeten spreken in de klas. Dat is ook het beleid dat de meeste scholen uitdragen in hun schoolreglement, of in hun eigen schooltaalbeleid.

Naar een aangepast, open taalbeleid

De wat dubbele houding van Vlaamse leraren ten opzichte van het taalbeleid van de overheid toont voornamelijk aan dat er nood is aan een beleid dat rekening houdt met de specifieke kenmerken van het Vlaamse onderwijs.
Steven Delarue: "In beleidsteksten wordt nu enkel ruimte voorzien voor het Standaardnederlands in schoolcontexten, terwijl tussentaal en dialect erg negatief gekarakteriseerd worden. Het beleid houdt echter geen rekening met de erg verschillende situaties waarin leraren – en leerlingen – elke dag opnieuw terechtkomen, en de grote variatie in taalgebruik die daar logischerwijze uit volgt. Zeker nu het aantal meertalige leerlingen ook blijft toenemen, is het zaak om werk te maken van een open, niet-veroordelend taalbeleid, niet alleen ten opzichte van taalvariëteiten binnen het Nederlands, maar ook wanneer het over andere talen gaat."

Natuurlijk hoeft dat niet te betekenen dat het Standaardnederlands volledig overboord moet worden gegooid, of dat tussentaal vanaf nu de norm moet worden. "Een goed taalbeleid moet duidelijk, zinvol en haalbaar zijn. Nu is er bijvoorbeeld nog te veel onduidelijkheid over wat nu eigenlijk standaardtaal is en wat niet, en wordt alles wat geen standaardtaal is zomaar verketterd. Leerkrachten zouden de kans moeten krijgen om zelf te bepalen wat voor taalgebruik ze van leerlingen verwachten. Dat hoeft dan niet altijd en overal standaardtaal te zijn, maar kan afhangen van de specifieke situatie: standaardtaal tijdens een presentatie, maar een tussentaligere variant tijdens groepswerk, bijvoorbeeld. Op die manier worden leerlingen registervaardig: ze kunnen hun taalgebruik aanpassen aan de situatie. Bovendien hoeven leraren zich niet langer onder druk gezet te voelen als het over hun taalgebruik gaat. Die aandacht kunnen ze misschien beter besteden aan het halen van hun pedagogische doelen."

Doctoraatsverdediging op 1 september

Op donderdag 1 september, om 10.30 uur, verdedigt Steven Delarue zijn proefschrift "Bridging the policy-practice gap. How Flemish teachers’ standard language perceptions navigate between monovarietal policy and multivarietal practice" in de Aula (Voldersstraat 9) in Gent, met het oog op het behalen van de titel van Doctor in de Taalkunde. De verdediging is openbaar, en vrij toegankelijk voor alle geïnteresseerden.

Info

Steven Delarue
Vakgroep Taalkunde
T 09 264 40 82 – M 0485 80 55 25